Conclusie insteek verkopers
Hoewel de karakteristieken en beweegredenen van de ‘verkopende partijen’ verschillen is de insteek voor de waardering van de club -de ‘verkoopprijs’- steeds zakelijk. Dat neemt niet weg dat de verschillen in de uiteindelijk betaalde bedragen enorm zijn.
Clubs zelf: lage omzet multipliers
De eerste keer dat een club verkocht wordt is de reden vrijwel altijd financiële nood. Dit zijn stelselmatig niet de bekende topclubs maar het tweede of derde chalon, meer de tobclubs. De club zal zichzelf graag goed willen verkopen, maar de onderhandelings-positie is zwak. Dit geldt ook voor suikerooms en investeerders die geen succes van de club hebben kunnen maken. We zien bij de prijzen die betaald zijn dat de omzetfactor zich rond de 0,7 beweegt. De waarde van de activa geldt als zachte ondergrens.
Suikerooms: inleg terug
Suikerooms die een club kopen, steken na de aankoop mogelijk meer geld in spelers dan dat de club voorheen kon doen, maar zelfs dat kan niet zonder meer als ‘niet zakelijk’ (en dus emotioneel?) beschouwd worden. Ook buitenlandse investeerders blijken budgetten behoorlijk op te voeren. Wel valt terug te lezen dat suikerooms in de regel ‘tevreden zijn’ als zij het door hun ingelegde geld -voor club en spelers- terug kunnen krijgen. Dit is dan in principe een waardering op basis van de activa en zijn we ook in de praktijk zo tegengekomen (o.a. KV Kortrijk, hoewel later voor meer verkocht). Dit zou als een ondergrens kunnen gelden voor de prijs waarvoor een club te koop aangeboden wordt.
Financieel succes: hoge multipliers
Verkopen waarbij de bovenkant van de marges wordt gehaald zijn topclubs die naar de beurs worden gebracht waarbij we omzet multipliers van 5,0 zien, de Europese elite waar we zien dat er eveneens omzet multipliers van rond de factor 5 worden geboden en kleinere clubs die op zakelijke wijze financieel gezond gemaakt zijn waar we de factor 2 terug zien komen.
Meer informatie?
Meer informatie over dit onderwerp of makkelijk een andere vraag stellen?